Spaarders en beleggers moeten veel minder belasting betalen, zo adviseert de commissie-Van Dijkhuizen. Keep on dreaming, zegt Errol Keyner.

Iedereen is het erover eens dat ons belastingsysteem veel eenvoudiger kan en moet. Een commissie onder leiding van Kees van Dijkhuizen kwam met een goed uitgebalanceerd advies.

Zijn voorstel lijkt inderdaad eenvoudig qua opzet. Tegelijkertijd is het financieel degelijk vanuit de overheidskas gezien, terwijl het ook de juiste financiële prikkels bevat. Zo wordt (extra) werken beloond. Als klap op de vuurpijl zou het voorstel 140.000 extra banen kunnen opleveren.

Spaarders en beleggers in de watten

De goed-nieuws-show is nog niet voorbij. Als uitsmijter worden spaarders en beleggers getrakteerd op een lagere vermogensbelasting. Momenteel betalen ze 30 procent belasting over een forfaitair rendement van 4 procent. Dit komt neer op een vaste vermogensbelasting van 1,2 procent, ongeacht de daadwerkelijke renteopbrengsten, dividenden of koerswinsten (of koersverliezen).

Van Dijkhuizen wil de 4 procent vervangen door een realistischere rente. Geen spaarder haalt zonder risico 4 procent rente. Beleggers misschien wel (en meer), maar met extra risico. Inclusief de kans op (zware) verliezen.

Van Dijkhuizen vindt voor komend jaar 2,4 procent redelijk. Wanneer daar het 30 procent belastingtarief overheen gaat, betaalt de spaarder of belegger netto 0,72 procent. Beduidend minder dan 1,2 procent nu, dus de vlag kan uit.

Dat doet de schatkist wel erg veel pijn, zo oordeelt pragmaticus Van Dijkhuizen. Hij stelt voor om eerst maar van 3 procent rendement uit te gaan, dus de vermogensbelasting wordt 0,9 procent.

Met beide benen op aarde

Geweldig. Zoveel gulheid in deze barre tijden naar kapitaalkrachtige spaarders en beleggers. Raadt u eens welke van onderstaande opties het huidige (en volgende) kabinet daadwerkelijk kiest:

Wat ik denk? optie drie

Ik vrees voor optie vier.

Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

Lees ook op Z24

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl